Laelia pumila is een compacte orchideensoort met opvallend grote bloemen in verhouding tot haar formaat. Deze botanische zeldzaamheid is geliefd om haar rijke kleurcontrasten en heerlijke geur, en vormt een bijzondere aanwinst voor iedere verzamelaar van miniatuurorchideen.

Oorsprong

Deze soort komt van nature voor in het zuidoosten van Brazili, waar ze groeit op boomtakken in het Atlantisch woud op hoogtes tussen 800 en 1500 meter. Daar geniet ze van helder licht, goede luchtbeweging en korte, vochtige seizoenen met droge winters. Oorspronkelijk werd ze beschreven als Laelia pumila, maar in sommige moderne systemen wordt ze ook onder het geslacht Cattleya geplaatst.

Kenmerken

Laelia pumila blijft klein van stuk, met korte, eivormige pseudobulben en n leerachtig blad per bulb. Wat haar zo bijzonder maakt, zijn de grote bloemen van 8 tot 10 cm breed, die verrassend groot ogen voor zo’n compacte plant. De bloeiwijze draagt meestal n bloem per steel. De kleur varieert van zachtroze tot intens purper, vaak met een diepergekleurde lip en subtiele tekening. De geur is zoet en bloemig. Er bestaan diverse natuurlijke variaties, waaronder de witte vorm (alba) en de donkerpaarse (rubra).

Verzorging

Licht

Geef deze soort veel helder, gefilterd licht. Een lichte vensterbank op het oosten of westen is ideaal. Directe middagzon kan het blad verbranden.

Temperatuur

Laelia pumila verdraagt zowel warme als koele omstandigheden, maar doet het het best bij dagtemperaturen tussen 2025 C en nachttemperaturen rond de 1216 C.

Substraat

Gebruik een zeer luchtig epifytensubstraat op basis van grove schors of monteer haar op kurk of hout, zoals in haar natuurlijke omgeving. Zorg voor goede drainage en luchtcirculatie rondom de wortels.

Luchtvochtigheid

Deze soort stelt een luchtvochtigheid van 5070% op prijs. Zorg bij lage luchtvochtigheid voor regelmatige nevel of gebruik een luchtbevochtiger.

Voeding

Geef wekelijks een sterk verdunde orchideenmest tijdens het groeiseizoen (lente en zomer). Gebruik bij voorkeur een meststof zonder kalk en rijk aan kalium en fosfor voor betere bloei.

Water geven

Laat het substraat kort opdrogen tussen de gietbeurten. Gebruik altijd gedemineraliseerd water (eventueel gemengd met schoon regenwater). Tijdens de wintermaanden mag de plant iets droger gehouden worden.

Bloei

De bloei vindt doorgaans plaats in de nazomer of vroege herfst, vaak op de nieuwe groei van dat jaar. Elke pseudobulb kan n prachtige bloem produceren. Na de bloei is een rustperiode belangrijk voor knopvorming in het volgende seizoen.