Dendrobium Jairak Antelope ‘Tangerine’ is een ware blikvanger onder de orchideen. Deze opvallende hybride staat bekend om zijn vurige kleur en speelse bloemblaadvormen. De sierlijke antelope-bloemen geven een exotisch accent aan je collectie en zijn bij de juiste verzorging maandenlang een feest om naar te kijken.

Oorsprong

De ‘Tangerine’ is een kruising uit de Dendrobium sectie Spatulata, vaak Antelope-type genoemd vanwege de naar achteren gekrulde bloemblaadjes die doen denken aan horens. Deze hybriden zijn ontwikkeld in Zuidoost-Azi en zijn geliefd vanwege hun sterke groei en langdurige bloei.

Kenmerken

Wat meteen opvalt aan deze Dendrobium, is de intense oranje tot mandarijnkleurige bloei, vaak met subtiele gele of rode schakeringen. De bloemen zijn sierlijk gedraaid en verschijnen in trossen aan het uiteinde van stevige, rietachtige stengels. Elke bloemtros kan meerdere weken in bloei staan en de plant kan meerdere keren per jaar bloeien.
De Jairak Antelope ‘Tangerine’ is bovendien een relatief sterke en compacte groeier, waardoor hij ook geschikt is voor binnen in een lichte vensterbank of kasomgeving.

Verzorging

Licht

Zet deze Dendrobium op een lichte plek met veel indirect zonlicht. In de ochtend- of late namiddag mag ook wat direct zonlicht op het blad vallen. Vermijd felle middagzon om bladverbranding te voorkomen.

Temperatuur

Deze soort houdt van warme temperaturen tussen 18 C en 30 C. Een lichte daling s nachts is gunstig voor de bloei, maar voorkom kou onder de 15 C.

Substraat

Gebruik een luchtig, snel drainerend orchideensubstraat op basis van schors. Voeg eventueel wat kokoschips of sphagnum toe voor extra vochtvasthoudendheid. Vermijd fijne of verdichte substraten.

Luchtvochtigheid

Een luchtvochtigheid van 50 tot 70% wordt aanbevolen. Bij lagere luchtvochtigheid kun je de plant regelmatig benevelen of een luchtbevochtiger gebruiken.

Voeding

Geef in het groeiseizoen (lente en zomer) eens per twee weken een uitgebalanceerde orchideenmest, verdund tot halve sterkte. In de herfst en winter mag je de voeding afbouwen tot eens per maand of helemaal stoppen.

Water geven

Laat het substraat tussen gietbeurten licht opdrogen, maar niet volledig uitdrogen. Gebruik bij voorkeur gedemineraliseerd water of regenwater. Vermijd stilstaand water in de pot of schotel.

Bloei

De bloei treedt meestal op na een groeiperiode met voldoende licht en voeding. Elke bloeitros blijft wekenlang mooi. Na de bloei kunnen oude stengels blijven zitten, want deze kunnen later opnieuw bloemen dragen. Verwijder alleen afgestorven of verdorde delen.