De Chiloschista parishii “KN” is een ware zeldzaamheid in de orchideenwereld. Deze bladroze epifyt fascineert met zijn unieke groeivorm en opvallende bloemen. Een soort die het hart van elke verzamelaar sneller laat kloppen.

Oorsprong

Chiloschista parishii komt van nature voor in Zuidoost-Azi, met name in Thailand, Myanmar en Laos. Daar groeit deze soort als epifyt op boomstammen, vaak in open bosgebieden met veel luchtbeweging. De “KN”-selectie verwijst waarschijnlijk naar een bijzondere kloon of herkomst binnen deze soort, mogelijk met een specifieke bloemvorm of verbeterde groeikracht.

Kenmerken

Deze orchidee onderscheidt zich door haar opvallende gebrek aan bladeren. De fotosynthese vindt plaats via de wortels, die als een zilverachtig web uitwaaieren. Uit dit wortelstelsel ontspringt in het juiste seizoen een bloeistengel met meerdere geurende bloemen.
De bloemen van Chiloschista parishii zijn klein maar zeer verfijnd: meestal groengeel met een contrasterende lip in wit, roze of paars, afhankelijk van de kloon. De bloeiwijze is elegant en exotisch en komt vaak onverwacht, wat de charme alleen maar vergroot.

Verzorging

Licht

Lichtminnend, maar vermijd direct middagzonlicht. Veel gefilterd licht of een plek met ochtend- of avondzon is ideaal.

Temperatuur

Deze soort houdt van warme temperaturen. Overdag tussen de 22 en 30C, s nachts niet onder de 15C.

Substraat

Kan het beste op een kurkplaat, boomschors of in een open hangmand worden bevestigd, zonder traditioneel substraat. Luchtcirculatie rond de wortels is essentieel.

Luchtvochtigheid

Een hoge luchtvochtigheid van 6080% is nodig voor een goede groei. Regelmatig nevelen helpt, zeker bij warme temperaturen.

Water geven

Tijdens het groeiseizoen dagelijks tot om de dag nevelen met gedemineraliseerd water. In de winter rustiger behandelen: minder vaak sproeien en alleen bij droog weer.

Voeding

Gedurende het groeiseizoen eenmaal per week licht bemesten met een sterk verdunde orchideenmest (1/4 van de aanbevolen dosis). Niet bemesten tijdens de rustperiode.

Bloei

De bloei verschijnt meestal in het late voorjaar of begin van de zomer, en is vaak geurend. De bloeistengels ontstaan direct uit het wortelstelsel. Geef iets minder water zodra de bloei nadert, om deze te stimuleren.