Deze zeldzame kruising tussen Anoectochilus roxburghii en Ludisia discolor wordt in liefhebberskringen ook wel Anoectochilus Spiderman genoemd, een bijnaam die hij te danken heeft aan zijn spectaculaire bladtekening. De fijne, fonkelende nerven in roodgoud
Deze zeldzame kruising tussen Anoectochilus roxburghii en Ludisia discolor wordt in liefhebberskringen ook wel Anoectochilus Spiderman genoemd, een bijnaam die hij te danken heeft aan zijn spectaculaire bladtekening. De fijne, fonkelende nerven in roodgoud die over de donkere bladeren lopen, doen sterk denken aan een spinnenweb onder lichtinval. Dit dramatische contrast maakt hem tot een van de meest begeerde juweelorchideen onder verzamelaars.
De Anoectochilus Spiderman is een kunstmatige kruising van twee botanische schoonheden uit Zuidoost-Azi. Beide ouderplanten staan bekend om hun schitterende bladstructuur en decoratieve waarde, maar samen brengen ze iets uitzonderlijks voort een compacte orchidee met diepe, fluweelachtige bladeren en een bijna metallic nerfstructuur.
De bladeren van deze kruising zijn diepdonker van kleur, varirend van donkergroen tot bijna kastanjebruin, afhankelijk van de lichtinval. Wat de plant werkelijk uniek maakt, is het opvallende netwerk van fijn vertakte nerven in een roodachtige of goudkleurige tint, die over het blad lijken te glinsteren als de zon of een groeilamp erop valt. Deze opvallende nervatuur geeft de plant zijn bijnaam Spiderman en maakt elk blad tot een visueel kunstwerk. De groeiwijze is laag en kruipend, waardoor de plant ideaal is voor in een terrarium of als blikvanger in een kleinere pot. Hoewel de bloemen klein en wit zijn, gaat de echte aantrekkingskracht uit van het weelderige bladpatroon dat in elk seizoen zichtbaar blijft.
Helder, indirect licht. Vermijd direct zonlicht, dat kan bladverbranding veroorzaken. Kunstlicht is ook uitstekend.
Ideaal tussen de 18 en 25 C. Bescherm tegen tocht en kou.
Gebruik een luchtig substraat op basis van fijngehakte schors, sphagnum of boomvarenvezel. Vermijd zware of compacte potgrond. Vaak groeit deze soort het fijnst in schoon sphagnum mos.
Liefst tussen de 60 en 80%. Een terrarium of glazen stolp helpt om de juiste omstandigheden te behouden.
Maandelijks voeden met een verdunde, hoogwaardige orchideenmest (een kwart van de aanbevolen sterkte) tijdens het groeiseizoen.
Houd het substraat licht vochtig, maar voorkom natte voeten. Gebruik bij voorkeur gedemineraliseerd water of schoon regenwater.
Hoewel de bloemen klein en subtiel zijn, worden ze vaak overschaduwd door de decoratieve waarde van het blad. Deze orchidee wordt dan ook vooral gehouden om zijn uitgesproken bladstructuur, die zelfs buiten de bloeiperiode blijft fascineren.
Reviews
There are no reviews yet.