De Trichoglottis putida, vaak nog aangeduid met haar oude naam Trichoglottis pusilla, is een zeldzame miniatuursoort uit Zuidoost-Azi. Ondanks haar bescheiden formaat is dit een soort met een opvallende uitstraling en een rijke botanische achtergrond. Perf
De Trichoglottis putida, vaak nog aangeduid met haar oude naam Trichoglottis pusilla, is een zeldzame miniatuursoort uit Zuidoost-Azi. Ondanks haar bescheiden formaat is dit een soort met een opvallende uitstraling en een rijke botanische achtergrond. Perfect voor de verzamelaar die houdt van subtiele schoonheid met een verhaal.
Deze orchidee komt van nature voor in laaglandbossen van onder andere Maleisi en Borneo, waar ze als epifyt groeit op boomstammen in warme, vochtige omstandigheden. De soort groeit traag, maar gestaag, en vormt compacte plantjes die zich goed aanpassen aan een leven in het paludarium of op een stuk kurk.
Trichoglottis putida blijft zeer klein en vormt korte, opgerichte stengeltjes met leerachtige blaadjes. Wat haar echt bijzonder maakt, zijn de relatief grote bloemen voor haar formaat: geelachtig tot crmekleurig met paarse of roodbruine tekening, meestal enkelvoudig aan korte steeltjes. De bloei is niet opvallend in grootte, maar wl in detail. Dit maakt haar geliefd bij liefhebbers van micro-orchideen en botanische soorten.
Licht tot halfschaduw. Vermijd direct middagzonlicht; gefilterd licht is ideaal.
Warm tot warm-gematigd. Ideale dagtemperaturen liggen tussen 22 en 28C, met nachtdalingen tot circa 18C.
Deze soort groeit het liefst op een luchtig substraat zoals fijn boomschors, sphagnum of op een mount (kurk of varenwortel), waarbij de wortels goed kunnen drogen tussen gietbeurten.
Een hoge luchtvochtigheid van minstens 70% is essentieel, zeker bij het kweken op een mount. Regelmatig benevelen of een paludariumomgeving wordt sterk aanbevolen.
Tijdens de groeiperiode mag je wekelijks een sterk verdunde orchideenmest gebruiken (1/4 van de aanbevolen dosis). In de winter is n keer per maand voldoende.
Gebruik altijd gedemineraliseerd water of schoon regenwater. Houd het substraat licht vochtig, maar voorkom dat de wortels constant nat blijven. Een vaste watercyclus met tussenperiodes van droging is belangrijk.
De bloei vindt meestal plaats in warme maanden, maar kan onregelmatig optreden. Vanwege haar compacte aard is het een plezier om onverwachts een bloempje te ontdekken tussen de kleine blaadjes. De bloemen blijven enkele dagen goed.
Reviews
There are no reviews yet.